Sensa Zorg

  >  Blog   >  De anderen

De anderen

Het is Keti Koti geweest. De verhoudingen tussen culturen zijn door verontschuldigingen verzacht. Ook dat is cultuur; je tot elkaar verhouden, hoezeer je ook van elkaar verschilt.

Een Arabisch gezegde luidt: ‘Een man die niet kan glimlachen, moet geen winkel openen.’ Dit spreekwoord typeert heel zuiver onze onderlinge menselijke betrekkingen. In zijn winkel staan spullen, waarvan de verkoper eigenaar is. Voor een bepaalde prijs zal hij een voorwerp aan de koper overhandigen, die zo nieuw bezit verwerft. De voorwerpen zijn vervaardigd van grondstoffen of het zijn bewerkte natuurproducten als vis en brood.

De winkel staat symbool voor tijdelijk eigenaarschap. Om te kunnen leven, moeten wij mensen iets doen met onze handen, ons hoofd, onze lichaams- of geestkracht. Kern van ons bestaan is dat wij ruilen of… roven. In veel culturen is het onderhandelen over de prijs een ritueel, dat bij de aankoop, bij de ruil hoort. In Indonesië zou men zeggen dat tawar adat is. ‘Negosiasi’ bestaat als begrip in bijna alle wereldtalen. Tijdens de onderhandelingen wordt de waarde van het ruilobject nader bepaald, maar wordt ook de verhouding tussen koper en verkoper onderzocht en gedefinieerd. Toen ik in Yogjakarta een galerie binnenliep en belangstelling voor een schilderij toonde, wilde de galeriehouder eerst onder het genot van koffie kennismaken om zodoende aan de weet te komen waar ik vandaan kwam, wat mijn beroep was en mijn burgerlijke staat. Hij baseerde de prijs op een subjectieve schatting van mijn inkomen.

De glimlach suggereert dat een koper eerder geneigd is te kopen bij een bakker of tapijtverkoper die lacht, dan bij een chagrijnig type. Maar tevens staat de glimlach voor wijsheid; de verkoper weet dat de waarde van ruilmiddelen relatief is. Dat er een gunfactor is of een misgunfactor. De glimlach beeldt communicatie uit. Wij mensen zijn nu eenmaal communicatieve wezens omdat we millennia lang hebben geleerd dat wij onderling van elkaar afhankelijk zijn. Door eerlijk te ruilen helpen wij elkaar te overleven. Door oprecht te onderhandelen gunnen we de ander iets extra’s. Door te roven ontkennen wij de waarde van de ruilmiddelen en daarmee indirect de waarde van het leven van anderen. Hebzucht is een moeilijk te beheersen eigenschap.

Het is Keti Koti geweest. Eeuwenlang hebben mensen ook gehandeld in tot slaaf gemaakte anderen. Niet alleen werden die van hun land, huis, kinderen en goederen beroofd, maar ook van hun lichaamskracht en werd hun geest gebroken. Zij werden beschouwd als minderwaardige mensen. Over hen werd als handelswaard ‘genegotieerd’ en zo hun prijs bepaald. Wij leven in de illusie dat die tijd voorbij is; dat daar in 1863 een eind aan is gekomen. Ik ben bang dat dat niet zo is.

Th.Heyman